Niet elke bergtocht vraagt hetzelfde van je lichaam, materiaal of van je hoofd. Daarom krijgt elke Mountain Beat-reis een eigen moeilijkheidsgraad: een heldere score per vaardigheid (1 t/m 5). De bergen laten zich nooit volledig vangen in cijfers, maar deze indeling helpt je om realistisch te bepalen wat een programma vraagt op het gebied van techniek, conditie en ervaring.

Niveau

ALPinSIME, TREKKINGS & EXPEDITIES

Om onze reizen qua uitdaging onderling te kunnen vergelijken én om vooraf een inschatting te kunnen maken of je een bepaalde reis wel aankunt hebben wij een inschatting gemaakt hoe moeilijk of zwaar de reis is. Hieronder leggen we uit op welke punten we onze reizen waarderen:

CONDITIE


TECHNIEK EN TERREIN

HOOGTE

AFZIEN EN COMFORT

 
 

De technische moeilijkheid van de tocht qua terrein is gebaseerd op de internationaal erkende Zwitserse Alpinisme Skala, aangevuld met menselijke factoren zoals ervaring, conditie en techniek.

DISCLAIMER: De sneeuw-, ijs-, gletsjer- en weerscondities kunnen ervoor zorgen dat een tocht aanzienlijk moeilijker wordt dan omschreven en dat is ook de charme van de bergen! Een zeer flexibele instelling is dus ook waar de bergen om vragen.

CONDITIE

De factoren kracht, snelheid, lenigheid en uithoudingsvermogen bepalen samen hoe goed jouw conditie is. Bij het omhooglopen komt het met name aan op uithoudingsvermogen en minder op kracht en snelheid.
1/5

Je hebt een prima basisconditie. Een dagtocht in de Ardennen van 4-6 uur met een lichte rugzak (zo’n 6-8 kg) is geen probleem.

2/5

Je hebt een goede conditie en kunt een stevige dagtocht van zo’n 8 uur maken met een rugzak van 8-10 kg.

3/5

Je hebt een zeer goede conditie en je spieren zijn extra getraind. Je kunt een lange tocht (8-10 uur) met mogelijk een flinke rugzak (12-15 kg) lopen.

4/5
Je hebt een uitstekende conditie en je spieren zijn flink getraind. Je kunt intensieve tochten van 10-12 uur of langer maken met een zware rugzak (15-20 kg).
5/5

Dit is een extreem zware tocht. Je hebt je langdurig en onder begeleiding voorbereid om de inspanning van deze tocht aan te kunnen.

TECHNIeK EN TERREIN

De technische moeilijkheid van een tocht hangt af van het terrein: rots, sneeuw of ijs. Naarmate het terrein steiler of gevarieerder wordt, vraagt dit om meer techniek en ervaring met zekeren, stijgijzers of touwgebruik.

1/5
Wandelen of lopen in terrein waarbij je je handen niet nodig hebt. In principe worden er geen touwen gebruikt. Gebruik van stijgijzers is mogelijk.
2/5

Er worden touwen gebruikt om gletsjers over te steken. Het terrein wordt wat steiler (<40 graden) met mogelijk 2e graads rotsterrein.

3/5

Het terrein wordt steiler met korte stukken ijs en sneeuw tot 50 graden en/of 2e en 3e graads rotsterrein.

4/5

Lange sneeuwhellingen, steil ijs en/of 2e en 3e graads rotsterrein met af en toe een stapje 4e graads.

5/5
Zeer steil ijs (tot 90 graden) en/of technisch rotsklimmen in 4e tot 5e graads rotsterrein.
 

HOOGTE

De hoogte beïnvloedt hoe je lichaam reageert op inspanning. Hoe hoger je komt, hoe minder zuurstof beschikbaar is en hoe belangrijker een rustig tempo en acclimatisatie worden.

Op elke reispagina staat aangegeven of acclimatisatie in het programma is opgenomen.

1/5

Bergen tot 4000 meter hoogte. Meestal volstaat 1 tot 2 dagen boven de 2500 meter om aan de hoogte te wennen.

2/5

Bergen tot 5000 meter hoogte. Meestal 3 tot 4 dagen om geleidelijk te stijgen en voldoende te herstellen.

3/5

Bergen tot 6000 meter hoogte. Reken op 5 tot 7 dagen acclimatisatie, met rustdagen op hogere hoogte.

4/5

Bergen tot 7000 meter hoogte. Een gefaseerde opbouw van 10 tot 14 dagen is noodzakelijk, met rotaties tussen kampniveaus.

5/5

Bergen hoger dan 7000 meter. Acclimatisatie duurt doorgaans 2 tot 3 weken, met meerdere rotaties en lange rustperiodes.

AFZIEN EN COMFORT

Tijdens expedities variëren de omstandigheden van eenvoudige berghutten tot meerdaagse bivaks in tenten. Het comfortniveau daalt naarmate de omgeving extremer wordt: van gedeelde slaapruimtes met warm eten tot zelf koken in hoogtekampen boven de sneeuwgrens. 

1/5

Alle nachten slaap je in een echt bed (in hotels, pensions of berghutten). Het eten wordt voor je bereid. Je hoeft alleen een dagrugzak dragen. Dit geldt voor vrijwel alles in de Alpen.

2/5
Overnachtingen in tenten/barakken, maar je kookt niet zelf. Je hoeft alleen een dagrugzak te dragen.
3/5
Overnachtingen in tenten/barakken, maar je kookt niet zelf. Je moet een groter gewicht (>18 kg) dragen.
4/5

Overnachtingen in tenten en eten dien je zelf te koken eenmaal hoger op de berg. Je moet een groter gewicht dragen.

5/5

Meer dan 2 weken achter elkaar in een tent. In hoogtekampen kook je zelf. Je draagt veel gewicht in extreme kou of weercondities.

Toerski- en freerideREIZEN​

Of je nu gaat freeriden of toerskiën, bij beide activiteiten heb je een goede conditie en techniek nodig. Bij het freeriden ligt de focus meer op de skitechniek en minder op conditie. Bij het toerskiën zijn de ‘spitzekehretechniek’ en een ijzeren conditie het belangrijkst! Hieronder leggen we uit op welke punten we onze reizen waarderen:

STIJGCONDITIE


STIJGTECHNIEK

AFDAALCONDITIE

AFDAALTECHNIEK

 

 

De technische moeilijkheid van de tocht qua terrein is gebaseerd op de internationaal erkende Zwitserse Alpinisme Skala, aangevuld met menselijke factoren zoals ervaring, conditie en techniek.

LET OP! De term ‘beginners’ is wellicht verwarrend. Met beginners bedoelen wij beginnende toerskiërs. Bij alle reizen heb je uiteraard een goede conditie, veel doorzettingsvermogen en een goede balans en evenwichtsgevoel nodig.

DISCLAIMER: De sneeuw-, ijs-, gletsjer- en weerscondities kunnen ervoor zorgen dat een tocht aanzienlijk moeilijker wordt dan omschreven en dat is ook de charme van de bergen! Een zeer flexibele instelling is dus ook waar de bergen om vragen.

STIJGCONDITIE

Stijgconditie gaat over het vermogen om langdurig bergop te bewegen met stijgvellen, vaak uren achter elkaar. Een gelijkmatig tempo en efficiënt energiegebruik zijn belangrijker dan snelheid.

1/5

Het kan zijn dat je per dag in totaal 4-7 uur op pad bent.

2/5
Het kan zijn dat je per dag in totaal 6-8 uur op pad bent.
3/5

Je hebt minimaal 5 dagen toerskiervaring. Het kan zijn dat je per dag in totaal 7-9 uur op pad bent.

4/5

Je hebt een uitstekende conditie. Je kunt tochten tot 12 uur maken. Je rugzak weegt ca. 8-12 kg.

5/5

Je hebt minimaal 15 dagen toerskiervaring. Het kan zijn dat je per dag in totaal 8-12 uur op pad bent.

STIJGTECHNIEK

Goede stijgtechniek betekent dat je efficiënt omgaat met je energie in wisselend terrein: van vlakke gletsjers tot steile hellingen waar je spitzkehren maakt. Ook het juist gebruiken van stijgvellen en het inschatten van het terrein horen hierbij.

1/5

Je hebt geen ervaring met het lopen op toerski’s.

2/5

Je hebt ervaring met het lopen op toerski’s en al eens geoefend met spitzekehren maar dat gaat vaak nog mis.

3/5

Je hebt ervaring met het lopen op toerski’s. Spitzekehren gaat ook in steil terrein meestal goed, maar het gaat nog wel eens mis.

4/5

Je hebt veel ervaring met het lopen op toerski’s. Spitzekehren is voor jou, ook in steil terrein, geen enkel probleem, ook niet als de sneeuw dieper of ijziger wordt.

5/5

Je hebt veel ervaring met het lopen op toerski’s. Spitzekehren is voor jou, zelfs in 40 graden steil terrein, geen enkel probleem, ook niet als de sneeuw dieper of ijziger wordt.

AFDAALCONDITIE

Bij toerskiën en freeriden draait het niet alleen om techniek, maar ook om uithoudingsvermogen. Tijdens een dag maak je vaak meerdere afdalingen na lange beklimmingen, in wisselende sneeuw. Een goede afdaalconditie betekent dat je urenlang geconcentreerd kunt skiën zonder dat vermoeidheid je techniek beïnvloedt.

1/5

Je hebt een redelijke conditie. Een dag skiën op de piste met uitgebreide pauzes is voor jou geen probleem (3 uur ‘s ochtends en 3 uur ‘s middags).

2/5

Je hebt een goede conditie. Een volle dag offpiste skiën is voor jou geen enkel probleem, ook niet als de sneeuw moeilijk is.

3/5

Je hebt een zeer goede conditie. Een volle dag offpiste skiën met een rugzak van max. 13 kg is voor jou geen enkel probleem, ook niet als de sneeuw moeilijk is.

4/5

Je hebt een uitstekende conditie. Een volle dag offpiste skiën met een rugzak van max. 14 kg is voor jou geen enkel probleem, ook niet als de sneeuw moeilijk is.

5/5

Je hebt een extreem goede conditie. Een volle dag offpiste skiën met een rugzak van max. 16 kg is voor jou geen enkel probleem; ook niet als de sneeuw moeilijk is of in de buckelpiste.

AFDAALTECHNIEK

Afdaaltechniek gaat over hoe gecontroleerd en zeker je kunt afdalen op ski’s of snowboard, in verhouding tot terrein, sneeuwkwaliteit en hellingshoek. Naarmate het terrein steiler en de sneeuw wisselvalliger wordt, vraagt dit om meer balans, bochtcontrole en aanpassingsvermogen.

1/5

Je skiet of board soepel de zwarte piste af, al val je af en toe nog. Off-piste heb je weinig ervaring. Steiler terrein (tot 30°) vind je spannend maar beheersbaar.

2/5

Je skiet of board vlot en zonder te vallen op zwarte pistes. Off-piste heb je enige ervaring; je valt soms, maar niet continu. Hellingen tot 30°, soms iets steiler, zijn geen probleem.

3/5

Je skiet vloeiend door losse sneeuw en hebt ruime off-piste ervaring. Bij moeilijke sneeuw verlies je wat snelheid, maar blijft in controle. Regelmatig hellingen steiler dan 30°, soms tot 35°.

4/5

Je skiet snel en gecontroleerd, ook in zware sneeuw. Steile en lange afdalingen boven de 35° vormen geen probleem. Korte passages tot 40° komen voor.

5/5

Je skiet met vertrouwen en tempo door elke sneeuwsoort. Hellingen boven de 45° zijn voor jou geen probleem, ook niet als vallen geen optie is.

ROTS- & IJSKLIMMEN

Om onze reizen qua uitdaging onderling te kunnen vergelijken én om vooraf een inschatting te kunnen maken of je een bepaalde reis wel aankunt hebben wij een inschatting gemaakt hoe moeilijk of zwaar de reis is. Hieronder leggen we uit op welke punten we onze reizen waarderen:

KLIMTECHNIEK


TOUWTECHNIEK

HOOGTE

AFZIEN EN COMFORT

 

De technische moeilijkheid van de tocht qua terrein is gebaseerd op de internationaal erkende Zwitserse Alpinisme Skala, aangevuld met menselijke factoren zoals ervaring, conditie en techniek.

DISCLAIMER: De sneeuw-, ijs-, gletsjer- en weerscondities kunnen ervoor zorgen dat een tocht aanzienlijk moeilijker wordt dan omschreven en dat is ook de charme van de bergen! Een zeer flexibele instelling is dus ook waar de bergen om vragen.

KLIMTEchnieK

De factoren kracht, snelheid, lenigheid en uithoudingsvermogen bepalen samen hoe goed jouw conditie is. Bij het omhooglopen komt het met name aan op uithoudingsvermogen en minder op kracht en snelheid.

1/5

Je hebt geen ervaring met klimmen.

2/5

Je hebt weinig ervaring met klimmen, maar bent in staat om routes te klimmen met een gradatie van 3–4.

3/5

Je hebt enige ervaring met klimmen en kunt routes met een gradatie van 5a–5b klimmen.

4/5

Je hebt ervaring met klimmen en kunt routes met een gradatie van 5b tot 5c klimmen.

5/5

Je bent een ervaren klimmer en je klimt minimaal 6a.

TOUWTECHNIEK

De technische moeilijkheid van een tocht hangt af van het terrein: conditie van paden, rotspassages, sneeuw of ijs. Naarmate het terrein steiler of gevarieerder wordt, vraagt dit om meer techniek en ervaring met zekeren, stijgijzers of touwgebruik.

1/5

Je hebt geen ervaring met touwtechnieken.

2/5

Je hebt enige ervaring met touwtechnieken en/of bent in staat om zelfstandig toprope te klimmen en te zekeren.

3/5

Je bent in staat om zelfstandig enkele touwlengtes (single pitch) voor te klimmen en te zekeren.

4/5

Je bent in staat om zelfstandig meerdere touwlengtes (multi-pitch) voor te klimmen en te zekeren en je bent bekend met basale reddingstechnieken.

5/5

Je bent in staat om zelfstandig enkele of meerdere touwlengtes op eigen protectie voor te klimmen en te zekeren (trad), en je bent bekend met basale reddingstechnieken.

CONDITIE

De factoren kracht, snelheid, lenigheid en uithoudingsvermogen bepalen samen hoe goed jouw conditie is. Bij het omhooglopen komt het met name aan op uithoudingsvermogen en minder op kracht en snelheid.

1/5

De aanloop naar de rotsen is kort en eenvoudig. Je bent geen volle dagen op pad. Het programma biedt de mogelijkheid om in je eigen tempo te klimmen en om regelmatig pauze te nemen.

 

2/5

Je hebt een prima basisconditie. De aanloop naar de routes is kort en eenvoudig. Een volle dag bezig zijn is geen probleem voor je en het programma biedt de mogelijkheid om regelmatig pauze te nemen.

3/5

Je hebt een prima basisconditie. De aanloop naar routes is tot een halfuur en kan steilere passages bevatten. Een volle dag bezig zijn is geen probleem voor je, met af en toe een pauze.

4/5

Je hebt een goede conditie en het kan zijn dat je tot 8–10 uur per dag intensief op pad bent. De aanloop naar de rotsen is maximaal een uur en bevat regelmatig steile passages. Een volle dag bezig zijn is geen probleem voor je.

5/5

Je hebt een uitstekende conditie en het kan zijn dat je tot zo’n 10 uur per dag intensief op pad bent. De aanloop naar de routes is mogelijk erg lang (meer dan een uur) met technische passages en je klimt met een rugzak.

AFZIEN EN COMFORT

Tijdens trekkingen variëren de omstandigheden van eenvoudige berghutten tot meerdaagse bivaks in tenten. Het comfortniveau daalt naarmate de omgeving extremer wordt: van gedeelde slaapruimtes met warm eten tot zelf koken in hoogtekampen boven de sneeuwgrens. 

1/5

Overnachtingen in een bed en maaltijden worden verzorgd.

2/5

Overnachtingen in een bed. Maaltijden verzorg je zelf of samen met de groep.

3/5

Overnachting in tenten. Eten (droogvoermaaltijden) wordt door de gidsen bereid.

4/5

Overnachtingen in tenten/barakken. Maaltijden verzorg je zelf of samen met de groep.

5/5

Overnachtingen kunnen basaal zijn (bijv. bivak of portaledge). Maaltijden verzorg je zelf of samen met de groep.

Meer weten?

We organiseren regelmatig (online) informatiebijeenkomsten voor verschillende programma’s. Bekijk hieronder de agenda en meld je gratis en vrijblijvend aan!

• 

18 december 2025

 – 

• 

8 januari 2026

 – 

• 

14 januari 2026

 – 

• 

11 februari 2026

 –